Deze koloniale stad, gesticht in 1537, is vooral gekend om zijn wit gekalkte gebouwen en daarom wordt ze ook wel “la ciudad blanca”, de witte stad genoemd. Aan een lange, 100 jaar oude brug kopen wij enkele tweedehandsboeken voor Santi en Belén. Deze waren net weggeblazen en natgeregend door een hevige regenbui met windhoos. Wat verderop overhaalt een verkoper ons om een “Colombiaanse” tas te kopen, evenals een kettinkje. Als geschenk krijgen wij een kleine dromenvanger. Op de plaza zien wij overdag een klein protest tegen corrupte, politieke partijen. Op zondag 11 maart zijn het verkiezingen voor kamer en senaat. Enkele maanden later zijn het dan presidentsverkiezingen. ´s avonds ontmoeten wij er enkele Chileense student-reizigers, waar wij voor een kleine bijdrage door hun telescoop naar de maan kijken. In Popayan zijn Analia en Santiago een beetje ziek en wij houden het dan ook rustig en bezoeken niet de nabijgelegen heuvel met uitzicht over de stad. In het postkantoor versturen wij enkele postkaartjes, die reeds sinds Costa Rica in de rugzak meereizen... :-) Postzegel (Argentina en Belgica): 5.000 COP/postzegel Parque Nacional Natural “Puracé” Op aanraden van het hostal reizen wij naar PNN Puracé. Wij hopen er condors te spotten. Het hostal regelt voor ons het vervoer met chauffeur Nelson. Nelson pikt ons op om 8 uur. Hij was er reeds om 7 uur, want het is vandaag “pico y placa”. Auto´s met het nummerplaat van onze chauffeur mogen vandaag de stad niet binnen. Dat is één dag per week om het aantal voertuigen in de stad te beperken en ook om de luchtverontreiniging een halt toe te roepen. Het is 1,5 uur zigzaggen naar het bezoekerscentrum van het Nationaal Park op een hoogte van 3.350 meter. Het beheer van het park is overgenomen door de lokale Indiaanse bevolking en wordt niet ondersteund door de overheid. De gids die ons toegewezen wordt en met onze wagen meerijdt, blijkt vooral een begeleider te zijn, die ons de verschillende plekken aanduidt. Door de mist en de regen trekken wij naar de eerste plek, waar op een hoog uitstekende rotsblok rauw vlees wordt klaar gelegd voor de Condors. In het park zijn drie wilde condors en dit zou het enigste gebied in Colombia zijn, waar je deze vogels in het wild kan zien. De condors werden hier een aantal jaar geleden uitgezet. Toen waren ze nog met vier: 2 mannetjes en 2 wijfjes, maar 1 mannetje is verdwenen. Aangezien de condors monogaam zijn, zou het wijfje geen nieuwe partner meer zoeken … Het vlees wordt uitgegooid, maar de reusachtige condors (spanwijdte vleugels tot 3,30 m) komen zelfs na een uur wachten niet opdagen. Enkele andere, ook wel grote, roofvogels grijpen hun kans en komen het vlees stelen. Niettemin kijken wij uit over prachtige bergen. In de buurt is ook een meer met mooi uitzicht, maar door de dichte mist zou dit bezoek geen zin hebben en wordt het geannuleerd. Een volgende stopplaats is el “pozo del deseo”, een soort van wensput met kristalhelder bergwater. Het is een snelstromende rivier, waar de mensen vroeger muntjes in het water gooiden. Om de natuur te beschermen vraagt men nu om over de rug enkel steentjes in het water te gooien. De mooiste en laatste stopplaats zijn uiteindelijk de warmwaterbronnen van San Juan. Tussen de kleine bergstroompjes heen komt er heet water uit de grond gebubbeld. Sommige plekjes lijken op een natuurlijke jacuzzi. De zwavelgeur van de (in 1977 nog actieve) vulkaan is doordringend aanwezig. Wij volgen een op stenen aangelegd pad, dat wij strikt dienen te volgen, want daarnaast kan je in de modder wegzakken. Santiago glijdt even weg, zet een voet in de modder en deze zakt direct tot over zijn enkels in de modderbrij. Het water loopt in zijn schoen en in een oogwenk is zijn voet kleddernat. Het uitzicht tussen de mistwolken en de 50 tinten groen is heel feeëriek. Na dit verste punt te hebben bereikt zit het bezoek erop. Wij laten onze gids achter aan het bezoekerscentrum en nuttigen in de buurt een vooraf gereserveerde maaltijd (forel en kip en vlees, vergezeld van een soep met patatten en vlees en een soort zoete warme thee). 4x4 met chauffeur: 1.200 COP/km (138.000 COP in totaal) Ingang PNN: 40.000 COP/p.p. (kinderen gratis, in het weekend zou de prijs 50.000 COP/p.p. zijn) Verplichte gids in het park: 35.000 COP (voor ons gezin)
Silvia Dinsdag is de marktdag in Silvia. Zolang zijn wij niet in Popayan en wij gaan dus op zondag. Op marktdag komen de Indiaanse bewoners van de dorpjes rond Silvia afgezakt om hun waar te verkopen. Deze dorpelingen zijn gekleed in mooie traditionele kledij. Mannen in blauwe hemden, met roze afwerking en zwarte bolhoed. Vrouwen in een handgeweven blauwe cape, witte overvloedige halskettingen, zwarte rok, ook met een kleine zwarte bolhoed en druk bezig wol aan het spinnen. Van de markt trekken wij naar de “Iglesia Belén”, vanwaar wij een mooi uitzicht hebben over de omgeving. Wie zien er ook het kleine meer, waar paarden een toeristisch ritje rond het meer doen. Wij trekken naar het meer en genieten er wat van de zon. Op de plaza kopen wij bij een mevrouwtje in traditionele kledij de kenmerkende tassen geweven via de traditionele weeftechnieken. Aan een ander standje kopen Belén en Santiago nog een horloge met uiltje aan een halsketting en een steen (tijger) voor de collectie van Santiago. Het is zondag, het is er heel rustig vandaag en geen overrompeling zoals op de marktdag. Taxi terminal: 4.000 COP Bus Silvia (heen): 7.000 COP/p.p. Bus Popayan (terug): 8.000 COP/p.p. Taxi terminal – Hostal Le Soleil: 4.500 COP Hostal Le Soleil Supersympathieke eigenaars die zoveel mogelijk trachten te helpen. De eigenaars helpen ons de excursie naar Nationaal Park Puracé te organiseren en doen verschillende telefoontjes. Het hostal is nog maar 6 maanden open. Hostal: 135.000 COP/nacht (4 eenpersoonsbedden, gemeenschappelijke badkamer, ontbijt 6.500 COP, wasmachine 15.000 COP, geen TV, patio waar de kinderen kunnen touwtjespringen) Van Popayan naar Ipiales
In het hostal bellen ze een taxi, maar door de files in de stad, komt deze niet opdagen. Wij stappen dan maar met de rugzakken naar de hoek van de straat en nemen daar de taxi. Even goed … 😉 In het bussstation wachten wij even in de VIP-ruimte. Als de bus aankomst zijn er 4 politiemannen die de laadruimte van de bus controleren, vermoedelijk op drugs. Zij openen verschillende reistassen, maar laten onze rugzakken ongemoeid. De bus zit al behoorlijk vol. Vermoedelijk met passagiers, die de nachtbus namen vanuit Medellin of Bogota. Onze gereserveerde zitplaatsen zijn gelukkig nog vrij. Dat is immers eerder al eens misgelopen … De bus vertrekt stipt om 11 uur voor een vermoedelijke reis van 8 uur. Na een uurtje, om 12 uur stoppen wij aan een wegrestaurant al voor een lunchpauze. Daarna gaat het in één ruk verder tot Pasto, waar wij omstreeks 17 uur aankomen. Hier stappen een groot deel van de passagiers af. Het uitzicht tijdens de reis is gewoonweg prachtig. Wij rijden tussen diepe en hoge glooiende bergen en stijgen vanuit Popayan van 1.700 meter naar 2.900 meter in Ipiales. In Pasto wordt brandstof getankt en wij moeten er een 10 minuten van de bus en kunnen even de benen strekken en naar het toilet gaan. Daarna gaat de reis weer verder tot Ipiales. Onderweg is er nogmaals politiecontrole. Taxi naar Terminal: 4.OOO COP Ticket “Bus Transipiales”: 40.000 COP/p.p. (8 uur, gereserveerde zitplaatsen, dag vooraf ticket gekocht, bij andere bussen kan je geen zitplaats reserveren) Taxi terminal Ipiales tot hotel “Gran Hotel”: 4.000 COP
1 Reactie
Ans
4/26/2018 11:04:55 am
Beste Globetrotters, heb vandaag de volledige blog Columbia verslonden. Delen had ik al gezien maar toch boeit het me een 2de maal evenveel en ontdek ik nog details die ik de vorige keer niet opmerkte.
Antwoord
Laat een antwoord achter. |
AuteurSchrijf iets over uzelf. Maak u geen zorgen over toeters en bellen, een overzichtje volstaat. Archieven
Maart 2018
Categorieën |