Ipiales ligt op 7 km van de grens met Ecuador. Rond 20 uur komen wij vermoeid aan in het Gran Hotel. De rugzakken laten wij in de kamer en op aanwijzen van de hotelreceptionist stappen wij naar de “Gran Plaza”, een commercieel centrum, waar wij ´s avonds “vegetarische hamburger” en “chicken nuggets” eten. De stad is veel groter, dan ik mij herinner van nu al 11 jaar geleden. Volgens een taxichauffeur is dat inderdaad zo en worden er veel nieuwe wijken bijgebouwd. Omdat het “Santuario de Las Lajas” vlakbij ligt, overnachten wij hier een extra nacht. Santuario de Las Lajas In de helft van de 18de eeuw zagen gelovigen de Heilige Maagd Maria verschijnen op een rots 45 meter boven de rivier. Daarom heeft men tussen 1926 en 1944 deze kerk gebouwd op de brug boven de rivier. Ongelooflijk hoe men bijna 100 jaar geleden deze schitterende kerk in deze riverkloof wist te bouwen. Sinds twee jaar is er een “teleferico” gebouwd. Volgens de taxichauffeur zou deze 15.000 COP/p.p. kosten. Best wel duur als je er ook gewoon met de taxi naartoe kan. Taxi Hotel – Las Lajas: 10.000 COP Ingang Las Lajas: gratis Taxi Las Lajas – Hotel: 12.000 COP
Cementerio de Tulcán Op advies van de hotelreceptionist bezoeken wij dit bijzondere kerkhof. Langs de wandelpaden en de grafstenen zijn de bomen in vele tot de verbeelding sprekende figuren gesnoeid. Ook tijdens ons bezoek worden de bomen bijgewerkt. Wij steken de grens over zonder langs de migratiediensten te passeren. Volgens de reisgids doe je dit best wel, maar volgens de lokale bewoners is dit echt niet nodig. Wij zijn blij dat we niet aanschoven, want ´s anderendaags merken wij de honderden Venezolaanse vluchtelingen, die in lange rijen aanschuiven. Taxi Hotel - Rumichaca (grens): 8.000 COP Tax- grens – Cementerio: 3,5 dollar Taxi cementerio – grens: 4 dollar Taxi grens – Hotel: 10.000 COP Gran Hotel Ipiales Bij aankomst in de kamer merkt Analia onmiddellijk de vele zwarte haren op de bedkussens. Niet zo leuk en wij vragen de kussens te vervangen. De kamer is behoorlijk volgestouwd met de 3 bedden. ´s morgens rond 6 uur word ik al gewekt door het autovekeer en straatverkopers. De kamer is ook veel kleiner, dan blijkt uit de foto´s op het internet. Het ontbijt is heel eenvoudig. Een broodje, een roerei, een koffie en een fruitsap. Overdag kan je aan de receptie wel koffie bijvullen. Het personeel daarentegen is heel vriendelijk en behulpzaam. Hotel: 150.000 COP/nacht (2 dubbele (1,5) bedden en 1 enkel bed; ontbijt inbegrepen; eigen badkamer, geen keuken of frigo ter beschikking) Van Ipiales naar Ovatalo (Ecuador)
Met de taxi zijn wij in een kwartiertje aan de grens. Daar zien wij voor het eerst de lange rij met Venezolanen, die aanschuiven bij de migratiediensten. Die rij is zeker honderd meter lang. Een vriendelijke man vertelt ons, dat wij best aanschuiven bij een rij voor “buitenlanders” (lees niet-Venezolanen). Het zijn vrouwen, kinderen, ouderen, mannen, … ganse families die met hebben en houden aanschuiven. Zij hebben dekens en mutsen bij en zien er nog redelijk optimistisch uit. Kinderen met felgekleurde kledij hebben een pop of een autootje in de hand. Bijgevolg stappen wij recht naar de ingang van het migratiegebouw, maar de eerste reactie van de politieman is, dat wij achteraan moeten aanschuiven. Wij vertellen met kinderen te reizen en bij een tweede poging worden wij doorgelaten. Dat is geluk hebben, want anders moesten wij hier misschien wel de nacht doorbrengen … Via de brug, die de twee landen scheidt, stappen wij Ecuador binnen. Ook hier wordt eerst geïnsinueerd, dat wij aan de 100 of meer meter lange rij moeten aanschuiven. Ook nu stappen wij direct naar de ingangsdeur en bij de vermelding dat wij met kinderen reizen, worden wij vlot doorgelaten. Dan stelt er zich een nieuw probleem! In Ecuador wordt de dubbele nationaliteit van Analia niet erkend en zij mag met haar Belgisch paspoort Ecuador niet betreden. Haar Argentijns paspoort zit natuurlijk gans onderaan in de rugzak en deze moet ik even leegmaken. Daarna wil de bediende toch, dat wij advies vragen aan de juridische dienst. Gelukkig ziet die vlakbij. Na opnieuw te wachten en aan te schuiven, zal het geen probleem zijn. Eerst moeten wij echter een kopie maken van het Belgisch en het Argentijns paspoort van Analia. De jurist heeft een kopieerapparaat in zijn kantoortje, maar dat mogen wij niet gebruiken. Ik moet dan maar ergens op straat een kopie laten maken. Gelukkig verloopt dit ook vlot en even later krijgt ook Analia de toelating om Ecuador te betreden. Zij krijgt geen stempel in haar Belgisch paspoort, maar wel een afgedrukt briefje om bij haar Argentijns paspoort te voegen. Terug buiten nemen wij de taxi tot aan de Terminal van Tulcán een tiental minuutjes verderop. Een “Pullman bus” staat vertrekkensklaar en wij springen snel op de bus. De rugzakken worden achter in de “buskoffer” geladen. Volgens de busassistent is het 3,5 uur tot in Otavalo, maar het duurt nog een tijd vooraleer wij echt vertrokken zijn. Er is ook opnieuw een politiecontrole, waarbij ook de bagageruimte grondig wordt gecontroleerd. De paspoorten moeten enkel langs “de buitenkant” worden getoond. Taxi Hotel – Rumichaca (grens): 10 .000 COP Kosten migratie: gratis, zowel in Colombia als in Ecuador Taxi grens – terminal Tulcán: 3,5 dollar Bus Terminal – Ovatalo: 4 dollar/p.p. Taxi Otavalo – Otavalo departments: 2 dollar
2 Reacties
Deze koloniale stad, gesticht in 1537, is vooral gekend om zijn wit gekalkte gebouwen en daarom wordt ze ook wel “la ciudad blanca”, de witte stad genoemd. Aan een lange, 100 jaar oude brug kopen wij enkele tweedehandsboeken voor Santi en Belén. Deze waren net weggeblazen en natgeregend door een hevige regenbui met windhoos. Wat verderop overhaalt een verkoper ons om een “Colombiaanse” tas te kopen, evenals een kettinkje. Als geschenk krijgen wij een kleine dromenvanger. Op de plaza zien wij overdag een klein protest tegen corrupte, politieke partijen. Op zondag 11 maart zijn het verkiezingen voor kamer en senaat. Enkele maanden later zijn het dan presidentsverkiezingen. ´s avonds ontmoeten wij er enkele Chileense student-reizigers, waar wij voor een kleine bijdrage door hun telescoop naar de maan kijken. In Popayan zijn Analia en Santiago een beetje ziek en wij houden het dan ook rustig en bezoeken niet de nabijgelegen heuvel met uitzicht over de stad. In het postkantoor versturen wij enkele postkaartjes, die reeds sinds Costa Rica in de rugzak meereizen... :-) Postzegel (Argentina en Belgica): 5.000 COP/postzegel Parque Nacional Natural “Puracé” Op aanraden van het hostal reizen wij naar PNN Puracé. Wij hopen er condors te spotten. Het hostal regelt voor ons het vervoer met chauffeur Nelson. Nelson pikt ons op om 8 uur. Hij was er reeds om 7 uur, want het is vandaag “pico y placa”. Auto´s met het nummerplaat van onze chauffeur mogen vandaag de stad niet binnen. Dat is één dag per week om het aantal voertuigen in de stad te beperken en ook om de luchtverontreiniging een halt toe te roepen. Het is 1,5 uur zigzaggen naar het bezoekerscentrum van het Nationaal Park op een hoogte van 3.350 meter. Het beheer van het park is overgenomen door de lokale Indiaanse bevolking en wordt niet ondersteund door de overheid. De gids die ons toegewezen wordt en met onze wagen meerijdt, blijkt vooral een begeleider te zijn, die ons de verschillende plekken aanduidt. Door de mist en de regen trekken wij naar de eerste plek, waar op een hoog uitstekende rotsblok rauw vlees wordt klaar gelegd voor de Condors. In het park zijn drie wilde condors en dit zou het enigste gebied in Colombia zijn, waar je deze vogels in het wild kan zien. De condors werden hier een aantal jaar geleden uitgezet. Toen waren ze nog met vier: 2 mannetjes en 2 wijfjes, maar 1 mannetje is verdwenen. Aangezien de condors monogaam zijn, zou het wijfje geen nieuwe partner meer zoeken … Het vlees wordt uitgegooid, maar de reusachtige condors (spanwijdte vleugels tot 3,30 m) komen zelfs na een uur wachten niet opdagen. Enkele andere, ook wel grote, roofvogels grijpen hun kans en komen het vlees stelen. Niettemin kijken wij uit over prachtige bergen. In de buurt is ook een meer met mooi uitzicht, maar door de dichte mist zou dit bezoek geen zin hebben en wordt het geannuleerd. Een volgende stopplaats is el “pozo del deseo”, een soort van wensput met kristalhelder bergwater. Het is een snelstromende rivier, waar de mensen vroeger muntjes in het water gooiden. Om de natuur te beschermen vraagt men nu om over de rug enkel steentjes in het water te gooien. De mooiste en laatste stopplaats zijn uiteindelijk de warmwaterbronnen van San Juan. Tussen de kleine bergstroompjes heen komt er heet water uit de grond gebubbeld. Sommige plekjes lijken op een natuurlijke jacuzzi. De zwavelgeur van de (in 1977 nog actieve) vulkaan is doordringend aanwezig. Wij volgen een op stenen aangelegd pad, dat wij strikt dienen te volgen, want daarnaast kan je in de modder wegzakken. Santiago glijdt even weg, zet een voet in de modder en deze zakt direct tot over zijn enkels in de modderbrij. Het water loopt in zijn schoen en in een oogwenk is zijn voet kleddernat. Het uitzicht tussen de mistwolken en de 50 tinten groen is heel feeëriek. Na dit verste punt te hebben bereikt zit het bezoek erop. Wij laten onze gids achter aan het bezoekerscentrum en nuttigen in de buurt een vooraf gereserveerde maaltijd (forel en kip en vlees, vergezeld van een soep met patatten en vlees en een soort zoete warme thee). 4x4 met chauffeur: 1.200 COP/km (138.000 COP in totaal) Ingang PNN: 40.000 COP/p.p. (kinderen gratis, in het weekend zou de prijs 50.000 COP/p.p. zijn) Verplichte gids in het park: 35.000 COP (voor ons gezin)
Silvia Dinsdag is de marktdag in Silvia. Zolang zijn wij niet in Popayan en wij gaan dus op zondag. Op marktdag komen de Indiaanse bewoners van de dorpjes rond Silvia afgezakt om hun waar te verkopen. Deze dorpelingen zijn gekleed in mooie traditionele kledij. Mannen in blauwe hemden, met roze afwerking en zwarte bolhoed. Vrouwen in een handgeweven blauwe cape, witte overvloedige halskettingen, zwarte rok, ook met een kleine zwarte bolhoed en druk bezig wol aan het spinnen. Van de markt trekken wij naar de “Iglesia Belén”, vanwaar wij een mooi uitzicht hebben over de omgeving. Wie zien er ook het kleine meer, waar paarden een toeristisch ritje rond het meer doen. Wij trekken naar het meer en genieten er wat van de zon. Op de plaza kopen wij bij een mevrouwtje in traditionele kledij de kenmerkende tassen geweven via de traditionele weeftechnieken. Aan een ander standje kopen Belén en Santiago nog een horloge met uiltje aan een halsketting en een steen (tijger) voor de collectie van Santiago. Het is zondag, het is er heel rustig vandaag en geen overrompeling zoals op de marktdag. Taxi terminal: 4.000 COP Bus Silvia (heen): 7.000 COP/p.p. Bus Popayan (terug): 8.000 COP/p.p. Taxi terminal – Hostal Le Soleil: 4.500 COP Hostal Le Soleil Supersympathieke eigenaars die zoveel mogelijk trachten te helpen. De eigenaars helpen ons de excursie naar Nationaal Park Puracé te organiseren en doen verschillende telefoontjes. Het hostal is nog maar 6 maanden open. Hostal: 135.000 COP/nacht (4 eenpersoonsbedden, gemeenschappelijke badkamer, ontbijt 6.500 COP, wasmachine 15.000 COP, geen TV, patio waar de kinderen kunnen touwtjespringen) Van Popayan naar Ipiales
In het hostal bellen ze een taxi, maar door de files in de stad, komt deze niet opdagen. Wij stappen dan maar met de rugzakken naar de hoek van de straat en nemen daar de taxi. Even goed … 😉 In het bussstation wachten wij even in de VIP-ruimte. Als de bus aankomst zijn er 4 politiemannen die de laadruimte van de bus controleren, vermoedelijk op drugs. Zij openen verschillende reistassen, maar laten onze rugzakken ongemoeid. De bus zit al behoorlijk vol. Vermoedelijk met passagiers, die de nachtbus namen vanuit Medellin of Bogota. Onze gereserveerde zitplaatsen zijn gelukkig nog vrij. Dat is immers eerder al eens misgelopen … De bus vertrekt stipt om 11 uur voor een vermoedelijke reis van 8 uur. Na een uurtje, om 12 uur stoppen wij aan een wegrestaurant al voor een lunchpauze. Daarna gaat het in één ruk verder tot Pasto, waar wij omstreeks 17 uur aankomen. Hier stappen een groot deel van de passagiers af. Het uitzicht tijdens de reis is gewoonweg prachtig. Wij rijden tussen diepe en hoge glooiende bergen en stijgen vanuit Popayan van 1.700 meter naar 2.900 meter in Ipiales. In Pasto wordt brandstof getankt en wij moeten er een 10 minuten van de bus en kunnen even de benen strekken en naar het toilet gaan. Daarna gaat de reis weer verder tot Ipiales. Onderweg is er nogmaals politiecontrole. Taxi naar Terminal: 4.OOO COP Ticket “Bus Transipiales”: 40.000 COP/p.p. (8 uur, gereserveerde zitplaatsen, dag vooraf ticket gekocht, bij andere bussen kan je geen zitplaats reserveren) Taxi terminal Ipiales tot hotel “Gran Hotel”: 4.000 COP In “San Agustin” staan de duizenden jaar oude stenen standbeelden, gemaakt door twee mysterieuze volkeren, waarover weinig is geweten. Hun erfenis is echter één van de belangrijkste archeologische monumenten van het Amerikaanse continent. Het is een mystieke plek in het spectaculaire, groene Colombiaanse gebergte en is zeker een omweg waard. De bewoners van deze vallei hadden geen geschreven taal en verdwenen eeuwen vooraleer de Europese veroveraars het land bezetten. Het kleine San Agustin telt 2 geldautomaten, maar geen enkele blijkt te werken.... De volgende dag tijdens de “jeep-tour” kunnen wij gelukkig wel geld afhalen in het nabije “San Isno”. De supermarkt Olympica ligt aan de “plaza”, naast de kerk en is groot genoeg voor onze dagelijkse inkopen. Tijdens onze vrije tijd werken de kinderen er terug wat voor school. Parque arqueologico In de “Casa de Xavier” bellen ze een taxi, die ons naar het “archeologisch park” brengt, zo´n 2,5 km verderop. Sommige toeristen nemen een “buseta” vanuit het dorpscentrum of stappen zelf de afstand langs de hoofdweg. Met het ingangsticket kunnen wij gedurende twee dagen de twee andere archeologische sites van San Agustin en omstreken bezoeken. In het park zijn er een 130 van de in totaal 500 standbeelden, die in deze regio bewaard zijn gebleven. De beelden stellen de heilige dieren van deze mythische volkeren voor, zoals: jaguar, arend en kikker. Andere standbeelden lijken op gemaskerde monsters. De beelden op deze site zijn de best bewaarde of gerestaureerde uit deze streek. Aan de ingang van het park is een museum met een zevental kleine zaaltjes, waar een korte videofilm wordt getoond. Het park is makkelijk te bezoeken zonder gids, langs een goed aangelegd stenen wandelpad. De standbeelden zijn onderverdeeld in 4 groepen (mesitas: A, B, C en D). Overal is er een korte informatie beschikbaar. Verder is er nog de “Fuente de Lavapatas”, een riviertje met afbeeldingen in de stenen van de stroom, welke als een heilige plaats beschouwd wordt en waar een voetenwasritueel zou hebben plaatsgevonden in de kleine “voetbadjes”. En ook nog de “Alto de Lavapatas”, de oudste site van San Agustin, vanwaar er een mooi panoramisch zicht is over de omgeving. De regen is even spelbreker, maar na een dik half uur schuilen, kunnen wij alweer verder. Net buiten de ingang van het park zijn er verschillende verkoopstanden. Belén en Santiago kopen er een ketting en enkele miniatuurstandbeeldjes. Grappig is dat er naast het park, achter een prikkeldraad ook verkopers hun artesania te koop aanbieden. Zij hebben zelfs een gat in de prikkeldraad geknipt om makkelijker hun producten te verkopen. Na een stukje taart aan de ingang nemen wij de buseta terug naar het centrum. Taxi naar park: 11.000 COP Ingang: 25.000 COP/p.p. (kinderen gratis tot 12 jaar) Gids (max. 10 personen/groep): 80.000 COP/groep (geen gids genomen) Buseta naar centrum: 1.200 COP/p.p. Jeep Tour (6 stopplaatsen: stenen en water) In het dorp informeren wij voor de Jeep Tour. De prijzen variëren tussen de 130.000 COP en 180.000 COP voor een privé-tour. De jeeps vertrekken normaal met maximum een zestal personen voor een daguitstap van een zestal uur. Uiteindelijk kiezen wij voor de tour die onze Casa wordt aangeboden en niet voor de laagste prijs, omdat er in de reisgids (en op internet) ook wordt gewaarschuwd voor een aantal “Cowboys”…Salto Mortiño (170 m hoge waterval), Alto de las Piedras (park met standbeelden op heuvel), Salto Bordones (400 m hoge waterval), Alto de los Idolos (groter park met opnieuw standbeelden op 2 heuvels, mooi aangelegd en met 7 meter hoog standbeeld), Obando (kleine archeologische site in het centrum van een dorp) en Estrecho del Magdalena (smalle rivierbedding, waardoor één van de belangrijkste Colombiaanse rivieren raast). Een tegenvaller is dat onze gids, nadat wij een 20 minuten onderweg zijn, opgeroepen wordt om terug naar San Agustin te keren. Blijkbaar was hij gereserveerd voor een andere groep. Jammer, want op die korte tijd had de man al getoond, dat hij goed op de hoogte was en alle mogelijke uitleg gaf. Hij brengt ons naar een jonge man, die zijn chauffeursstoel overneemt en gans de dag “alleen maar” chauffeur is. Jammer, want het was best een sympathieke jongen. Tour: 170.000 COP/tour (6 uur) Salto Mortiño: 2.000 COP/p.p. (kinderen halve prijs) Obando: 3.000 COP/p.p. (kinderen gratis) Andere bezienswaardigheden: gratis
La Chaquira en El Tablon Vanuit de Casa wandelen wij eerst naar El Tablon (heuvel met een paar standbeelden) en La Chaquira. Deze laatste is meer dan de moeite waard. Vanop een aangelegd houten platform hebben wij een fenomenaal uitzicht over de omgeving: rivier rio Magdalena, de groene bergen en enkele watervallen. Wij eten er onze picknick en genieten van het uitzicht. In het dorp wordt de optie aangeraden om te paard deze en nog 2 andere sites te bezoeken (La Pelota en El Purutal), maar wij doen dus enkel de 2 dichtste sites te voet. Ingang: gratis
Hostal – La Casa de Francois La Casa de Francois hoort alvast bij de beste hostals, waar wij deze reis logeerden. Midden in de natuur op een heuvel en op wandelafstand van het dorp staan goed ingerichte cabañas. Het is er zeer rustig en de kinderen kunnen er buiten vrijuit spelen. Vanuit onze cabaña hebben wij een prachtig uitzicht. Wij horen er zien er de gele, blauwe, rode vogeltjes fluiten, evenals enkele kolibries die ons bezoeken. Er is ook een klein restaurantje, waar wij elke avond tegen zeer redelijke prijzen eten. Onze cabaña is boven de gemeenschappelijke keuken, maar doordat deze gesloten wordt tussen 22:00 en 08:00 is het keukenlawaai geen probleem. Tijdens een rustdag genieten wij in alle rust van de natuur. De kinderen werken wat voor school en spelen in het groen: verstoppertje, zwaardvechten, badminton, schaken, bellenblazen, hangmat liggen, ... Hostal: 100.000 COP/nacht (1 dubbel bed, 2 enkele bedden, gemeenschappelijke badkamer, ontbijt niet inbegrepen)
Van San Agustin naar Popayan
In een volgepropte en niet zo comfortabele minibus zigzaggen wij in een vijftal uur door de bergen naar Popayan). Het ticket bestellen wij in ons hostal en de bus komt ons ter plekke ophalen. Wij zitten een beetje verspreid. Ik zit naast de chauffeur, Belén en Santi naast elkaar in het midden en Analia achteraan. In Popayan zijn er vaste tarieven voor de taxi´s. De taxi brengt ons voor het minimumtarief naar het hostal “Le Soleil”. Ticket: 35.000 COP/p.p. (5 uur, zigzag door de bergen) Taxi terminal Popayan – Hostal Le Soleil : 4.000 COP Maloka Op vraag van Santiago en Belén trekken wij opnieuw naar een interactief wetenschappelijk museum op maat van kinderen. Wij leren over aardbevingen, geluidsgolven, elektromagnetische golven, elektriciteit, ... In de prijs is ook een 3D-film inbegrepen. Een optie is “Black Panter”, maar wij willen deze sparen voor een ander uitstapje en kiezen voor een documentaire over pinguïns in Antartica. Er wordt ook reclame gemaakt voor een “bolvormige filmzaal” (Dome), waarin je een film vanuit een zetel rondom rond bekijkt, maar deze zaal is jammer genoeg buiten dienst. Ingang: 23.000 COP/p.p. Taxi heen: 20.000 COP Taxi terug: 12.000 COP
Parque Simon Bolivar Een mooi park in het midden van de stad Bogota. Een beetje zoals Blaarmeersen in Gent, maar minstens vijf keer groter. Wij varen met een roeibootje op het meer, oefenen op de fitness toestellen, maken plezier in de speeltuin en Santiago oefent zijn schietkunsten... Dit park zou zelfs groter zijn dan “Central Parc” in New York. Langs het meer zijn zelfs enkele kleine zandstrandjes voor de allerkleinsten. Ingang: gratis Taxi heen: 15.000 COP Taxi terug: 15.000 COP
Cerro Monserrate Van hotel stappen wij bergop naar de voet van de berg. Wij wilden graag de 1500 trappen naar boven stappen, maar om veiligheidsredenen wordt deze toegang vanaf 13 uur afgesloten. Dan kiezen wij voor de kabellift, maar ook dat kan niet in de namiddag. Uiteindelijk zijn wij dan verplicht voor de snelste, maar duurste optie te kiezen, zijnde het treintje vanwaar het uitzicht ook niet zo mooi is. Op de top is het uitzicht wel adembenemend. Wij overschouwen Bogota en de omringende bergen. Treintje (funicular): 20.000 COP/p.p.
Zoutkathedraal Zipaquira De kathedraal is gebouwd in een zoutmijn. Het is een uniek idee met alles in het teken van de katholieke kerk. Een kruisweg met standbeelden leidt ons van de ingang van de mijn naar de kathedraal. Beneden in de mijn wordt een 3D-fim getoond over de geschiedenis van de mijn en zien wij ook een lichtshow. Een leuke uitstap, maar ik had er toch iets meer van verwacht, waarschijnlijk omwille van de talrijk aanwezige reclame die het bouwwerk zo ophemelt. De rit naar de zoutkathedraal duurt ongeveer anderhalf uur. De terugweg nog langer door de vele files. Onze vooraf besproken taxichauffeur verraste ons ook door zijn vrouw mee te nemen. Zodoende moesten wij ons achteraan met zijn vieren wat smalletjes maken. De chauffeur had ook “goedkopere” tickets voor ons gekocht. Dat was 40.000 COP/volwassene i.p.v. 50.000 COP/volwassene … maar daar leek wel een “geurtje” aan te zitten. Voor de kinderen moesten wij wel nog ter plaatse de tickets kopen. Privé-auto (maar niet zo privé): 140.000 COP Ingang: 40.000 COP/p.p. (eigenlijk 50.000 COP/p.p.)
Casa de la Moneda
In het zelfde gebouw van het “Museo Botero” bezoeken wij het “Casa de la Moneda”. Een geslaagd bezoek en vooral omwille van de enthousiaste rondleiding door de plaatselijke gids “Andres”. Hij gaf een goede uitleg en vooral op maat van de kinderen, door het vooral praktisch te houden en vragen aan de kinderen te stellen. Ingang: gratis In Bogota verblijven wij in het historische gedeelte van de stad “La Candelaria”. Het is een aangename universiteitsbuurt en hier verblijven ook de meeste toeristen vanwege de vele hotelletjes, restaurantjes en musea. De bergpieken op de achtergrond van de kleine geplaveide straten omringen deze miljoenenstad. Net zoals in Medellín zijn er graffitiprojecten en kan je deelnemen aan wandeltochten langsheen de belangrijkste kunstwerken, die iets meer vertellen over het leven in de stad. Als je goed kijkt zie je op verschillende straathoeken groene standbeelden op de daken verschijnen. Voor het eerst in een half jaar krijgen Santiago zijn schoenen een flinke beurt... Dat is bij een straatschoenenpoetser. Tegenover elf jaar geleden zijn gelukkig de kinderen, die schoenen poetsen, uit het straatbeeld verdwenen... Volgens een taxichauffeur kunnen de ouders immers beboet worden als ze hun kinderen niet naar school sturen. In een grote boekenwinkel in het centrum kopen Belén en Santiago boeken: Geronimo Stilton, Tea Stilton, Voyager (avonturenboek), en een feeënboek. Onze kinderen lezen meer en meer in het Spaans. Best wel leuk! 😊 Wij kunnen het niet laten om de “Pasaje Rivas” te bezoeken, genoemd naar de familienaam van “Analia Rivas” … 😉 Het is een klein, gezellig en deels overdekt straatje waar artisanale en andere handgemaakte producten worden verkocht. Zoals de laatste tijd in elke grote stad gaan we terug naar de film. Ditmaal is het “Pantera Negra – Black Panter”. Voor een kleine opleg kan je zetels achterin de zaal kiezen, vanwaar je een beter beeld zou hebben. Wie doen het niet en genieten vanop een goede plek ook van de film. Film: Pantera Negra (10.500 COP/p.p.) Cine Embajador - Taxi heen: 7.000 COP – Taxi terug: 6.000 COP Plaza Bolivar alias het duivenplein Dit plein is de favoriete plek van Santiago en Belén in Bogota. Niet omwille van de vele belangrijke gebouwen (kathedraal, standbeeld bevrijder Simon Bolivar, justitiepaleis, capitool, …) die de “Plaza” omringen, maar wegens het duivenplezier… 😊 Door het groot succes en tot jolijt van Belén en Santiago trekken wij meermaals naar het "duivenplein"... Van de talrijke straatverkopers op de "Plaza Bolívar" kopen wij er maïs voor de honderden of misschien zelfs duizenden duiven. Zakjes maïs: 1.000 COP/zakje, 2.000 COP (3 of 4 zakjes)
Museo Botero In het “Museo Botero” overspoelen wij de kindjes met een dosis kunst met kunstwerken van de gelijknamige Colombiaanse kunstenaar, beeldhouwer, schilder, ... Botero is beroemd omwille van zijn werken met "volumineuze", niet in verhouding zijnde lichaamsdelen... In het museum zijn ook enkele werken van Pablo Picasso en Joan Miró... Ingang: gratis Museo de Oro In het “Mueso de Oro” vinden wij indrukwekkende goudschatten in het "Museo del Oro" in Bogotá. Vooraf zagen wij een interessant filmpje over de "geschiedenis van de metalen" (en hun belang) van 9000 jaar voor Christus tot nu... Op de bovenste verdieping is een zaal met spelletjes, die ze in de oudheid spelen. Eenvoudig en leuk! Ingang: 4.000 COP/p.p. (kinderen gratis) Museo Iglesia Santa Maria Tegenover het presidentieel paleis en vlakbij de “Plaza Bolivar” bezoeken wij deze vanbinnen prachtig gedecoreerde kerk. Ingang: 3.000 COP/p.p. (500 COP/kind) Hostal Ulucaho (i.p.v. Hostal Fatima)
Na een lange en vermoeiende busreis vanuit Salento krijgen wij in Bogota onmiddellijk een tegenslag te verwerken. Door een fout bij het hotel is onze reservatie niet opgenomen en is er geen enkele kamer meer vrij. Het is donker, de kinderen (en wij) zijn doodop, wij zien het niet zitten om nog andere hotels af te schuimen en ... Na wat getelefoneer vindt de goed bedoelende receptioniste een kamer in een ander hotel. Het is gelukkig vlakbij en op het eerste gezicht vinden wij die toch nog een beetje beter, dan wat wij geboekt hadden ... Al bij al een gelijk bij een ongeluk ... Wij krijger twee kamers naast elkaar met elk één dubbel bed en een eigen badkamer. Er waren geen familiekamers vrij. Een nadeel in het hotel is dat de kamermuren alle geluid vanuit de gang en de gemeenschappelijke ruimte doorlaten. Daarnaast is er wel een klein plezant tuintje en een gezellige gemeenschappelijke ruimte, waar de kinderen voor school werken. Hostal: 60.000 COP/p.p. (kamer met dubbele kamer voor 2 personen, eigen badkamer, TV, ontbijt inbegrepen, tuintje). Wij hadden dus 2 kamers en betaalden in totaal 120.000 COP/nacht Tour del Cafe – Tour El Ocaso In de lokale Colombiaanse koffieplantage “El Ocaso” vertelt en toont de gids het ganse koffieverhaal. Wij nemen actief deel: van het planten van de koffieboon tot het rijpen en het plukken van de rode koffiebes; van de koffiebonen, die ze machinaal uit de koffiebes halen tot het drogen en roosteren van de bonen in een serre. En natuurlijk uiteindelijk resulterend in het schenken van een heerlijk kopje koffie dat wij samen nuttigen. De plantage ligt in een heel mooie omgeving. Met een stukje taart genieten wij er achteraf van een prachtig uitzicht. De eerstvolgende jeep laten wij passeren en nemen de volgende, die een uur later ons komt oppikken. Jeep – Willyz: 6.000 COP/p.p. (heen en terug - 20 minuten) Tour del Café “El Ocaso”: 15.000 COP/p.p. (1uur20, kinderen aan halve prijs, enkel aan de kassa, aanbevolen door Lonely Planet)
Paardrijden met Alvaro Paardengids Alvaro Gomez haalt ons op in het hotel. Het is een kwartiertje wandelen naar zijn boerderij. Langs een mooie, groene laan belanden wij op zijn erf, waar de gezadelde paarden ons opwachten. De paarden heten: Puldorita (Belén) en Candelario (Santiago) en Perza (Kris) Alvaro Gomez neemt ons mee door de prachtige, groene, Colombiaanse bergen tot aan een schitterend uitzichtpunt met panorama over de vallei, Salento, Armenia en Filandia dat achter de bergen ligt. Tour: 140.000 COP (voor 3 personen, 2 à 2,5 uur, aangeprezen door Lonely Planet) Hotel “Ciudad Segorbe” Ons verblijf in dit hotel is zeker meegevallen, maar in vergelijking met ons vorig hotel in Medellín kunnen we stellen, dat wij hiervoor het dubbele van de prijs, een veel lagere kwaliteit kregen aangeboden. Minpunten waren vooral het straatlawaai van ´s ochtends vroeg, de voetstappen op de houten vloer van de hotelgasten boven ons en het geluid van het stromend water (douches, WC´s) van de andere kamers. Ook was het soms douchen met koud water. Daarentegen was het ontbijt uitgebreid en verzorgd in een ontspannende omgeving met kolibries die water komen drinken. Kamer: 185.250 COP/nacht (10% korting inbegrepen, eigen badkamer, 5 enkele bedden omdat wij de “slaapzaal” kregen, uitgebreid ontbijt, geen keuken wel frigo ter beschikking) Van Salento naar Bogota
Van het hotel stappen wij een vijftal minuten naar het busstation. De kleine bus zit bomvol, maar wij mogen er toch nog bij. Minder dan 10 minuten verder stappen een groot aantal scholieren af en dan komen er gelukkig zetels vrij. In het busstation in Armenia kopen wij bustickets bij “Bolivariano”. Deze busmaatschappij zou voor een iets hogere prijs meer comfort aanbieden. Net zoals vorige reis slingert de bus zich door talrijke haarspeldbochten. Een aantal passagiers vragen opnieuw zakjes en moeten overgeven. Onze familie houdt deze keer gelukkig alles binnen. Salento-Terminal Armenia: 4.500 p.p. (kinderen aan halve prijs) Terminal Armenia – Terminal Salitre Bogota: 41.000 COP/p.p. (8 uur) Taxi busstation – Hotel Fatima: 30.000 COP (veel file) WCs: 1.200/p.p. Tinto op bus: 1000 COP Kaas + confituur (verkoper op bus): 2.000 COP Valle Cocora Met een jeep “Willyz” rijden wij naar de “Valle Cocora”. Dit is een populaire Amerikaanse jeep van tijdens W.O.II. Er zijn een negental zitplaatsen en ook nog een viertal staanplaatsen achteraan op de jeep. Deze jeep wordt vooral gebruikte in de koffiedriehoek: Manizales-Armenia-Perreira. In de vallei groeien de hoogste palmbomen ter wereld. Deze kunnen een hoogte tot wel 60 meter bereiken. Het is dan ook een prachtig uitzicht. Het is een mooie wandeling langs een aardeweg. Daarna steken wij tweemaal een rivier over via 2 hangbruggen. De weg kronkelt verder naar boven en wij volgen de voetstappen en paardenhoeven van onze voorgangers. Uiteindelijk stapten wij een 2,5 uur (met rustpauzes) en keerden daarna terug. Mogelijks is het ook mogelijk om een andere weg te nemen. Door in het begin aan de aardenweg rechtsaf te slaan (bord met “Entrada”) en zo langs een wandelpad langsheen de palmbomen te stappen. Dat merkten wij echter pas achteraf. Jeep – Willyz: 4.000 COP/p.p./rit (25 minuten) Ingang: gratis
Colombiaanse rittenwedstrijd Oro y Paz In de straat van ons hotel naar het centraal plein hangen fietsen en Colombiaanse vlaggen aan de huizen. Eerst is ons niet duidelijk waarom, maar dan horen wij dat op zaterdag de vijfde en voorlaatste rit van deze Colombiaanse rittenwedstrijd “Oro y Paz” (goud en vrede) eindigt op het centrale plein. Om 4:3O worden wij die dag wakker, want de organisatie is druk bezig met het plaatsen van de nadar hekkens en de reclameborden. Ook straathonden worden van straat gehaald en weg gevoerd. De dag voordien blijft er al veel volk in het dorp overnachten om ´s anderendaags de aankomst te zien. Die dag zijn wij net in de “Valle Cocora” en daarom zien we jammer genoeg niet de wedstrijd, want deze passeert voor onze hoteldeur. Vogels
Het kleurrijke bergdorpje Salento lijkt weggeplukt uit het paradijs. Felgroene bomen en zacht gras omhullen de steile bergen. De kerk voor het centraal plein straalt gezelligheid uit en de kleine straatjes trekken de toeristen aan en creëren een aangename sfeer. Op zondag is er op het "parque central" een artisanaal marktje. Belén laat een hennep tattoo plaatsen en Santiago vult zijn collectie steentjes aan. De restaurantjes in het dorp hebben allemaal forel op het menu staan, een lokale specialiteit. Ook wij proeven een schotel en het is lekker! 😊 Mirador Vanuit het dorp beklimmen wij de trappen van een Kruisweg. Op de heuvel hebben wij een schoon uitzicht over de groene vallei en Salento. Op de top koopt Belén een armbandje en wat verderop vermaakt een vrouw Santiago en Belén met het blazen van zeepbellen. Elke eerste zaterdag van de maand is er in het Parque Bolivar een artisanale markt. Naar deze dag keken wij uit om nog wat Colombiaanse souvenirs te kopen en naar België te sturen. Wij kopen steentjes, armbandjes, portemonneetjes, een handtas, een knuffel, oorbelletjes, spinnetjes, een hondje, … Er zijn een beperkt aantal buitenlandse toeristen, de meerderheid van kijk- en kooplustigen zijn Colombianen … Een 50 m verderop in de voetgangersstraat is er dagelijks ook een overdekte markt. De prijzen liggen hier een pak hoger dan bij de verkopers op de maandelijkse markt. Op een gewone dag loopt hier al veel politie, maar nu lijkt het erop dat hun aantal nog verdubbeld is. Voor de bezoekers en de standhouders zijn er zelfs mobiele toiletten voorzien Opa is jarig Opa Marcel wordt 72 jaar. Belén en Santiago maken een mooie tekening en wij bellen met elkaar. Dankzij de internet en skype-technologie slagen wij erin vanuit Colombia een ontbijtmand voor de jarige te bestellen ... :-) Naar de film De voorbije weken kregen wij de smaak opnieuw te pakken en wij gaan regelmatig naar de film. De filmzalen zijn hier vaak in een commercieel (shopping) centrum. Dit keer zien wij een leuke (teken)film van “Woody Wood Pecker” (El Pajaro Loco). Santiago en Belén worden verwend met een pot popcorn en een drankje. Mama en papa smullen en drinken mee … 😉 Ticket: 11.000 COP/p.p. Filmzaal: Royal Films bij het Planetarium (metrostation Universidad) Postpakket versturen naar België Voor de tweede maal deze reis versturen wij een postpakket naar huis. De eerste keer was in San Salvador. Wij nemen de tai naar het hoofdkantoor (Correos 4-72, Calle 72). Dit keer ging het inpakken van de doos vrij vlot. De inhoud werd niet gecontroleerd, maar wij moesten wel een vijftal formulieren invullen, waarop wij onder andere de inhoud en de waarde van de goederen moesten vermelden. Dat was uiteindelijk heel tijdrovend. Ook diende ergens op straat nog een kopie van mijn paspoort genomen worden, maar op mijn eenvoudige vraag wilden ze die kopie dan ook wel zelf nemen … De kostprijs voor het pakket werd berekend via een formule en afhankelijk van de “omvang” van de doos en het gewicht. Dit gebeurde per computer en de bediende kon het niet uitleggen … Voor 11 kg + doos: 280.000 COP (geregistreerd verzonden) Taxi naar “Correos 4-72”: 8.000 COP Taxi terug: 10.000 COP Parque Norte – Parque de diversion Het pretpark is niet vergelijkbaar met pretparken in België. Het is hier enorm verouderd en uiteindelijk zijn er maar een beperkt aantal attracties die (een beetje) modern en “cool” zijn … Niettemin zijn er enkele klassiekers waarmee de kindjes zich enorm amuseerden. De favorieten van de kinderen waren vooral de botsauto´s, de reuzeglijbaan en het bootje waarmee wij ons nat plensden bij de steile afdaling.
Van Medellín naar Salento Deze busreis is alvast de meest verschrikkelijke die wij tot nu toe meemaakten… Niet omwille van de veiligheid maar omwille van de ontelbare, scherpe haardspelbochten die heel snel werden genomen en waardoor Belén, Santiago en Analia moesten overgeven. Dat was ook het geval bij enkele andere passagiers en iedereen voelde zich de ganse reis heel ziek … Op de koop toe werd het een busreis van een negental uur, omdat de kortere weg (zes à zeven uur) onderbroken is wegens herstellingen aan een brug. Vanuit Medellín zijn er dagelijks maar enkele bussen die rechtstreeks naar Salento rijden. Een andere optie is een bus tot in Armenia en vandaar zijn er om de haverklap bussen die naar Salento vertrekken. Salento is heel klein en wij wandelen van het busstation naar ons hotel “Ciudad Segorbe”. Taxi naar Terminal Sur: 16.000 COP Bus Medellín – Salento: 47.000 COP/p.p. Onderweg naar de grote rots is er opnieuw politiecontrole en ditmaal met een drugshond. Een verdacht uitziende toerist wordt van de bus gehaald en met handen in de lucht en opengesperde benen tegen de bus geduwd. Hij word gefouilleerd, maar men vindt niets... De toerist en wij mogen opnieuw verder reizen... Vanuit de bus zien wij de reusachtige rots boven de omgeving uitsteken. De bus zet ons af aan een tankstation. We kopen er broodjes en drank. Er is ook een meneer, die reeds bustickets verkoopt voor de terugreis, maar wij wachten nog even, omdat wij het exacte uur voor de terugreis nog niet kennen. Vanaf het tankstation start het eerste deel van de wandeling. Een heuvel met trappen leidt ons naar de eigenlijke rots, waar je ook eten, drinken en toeristische prullaria kan kopen. In de rots is een dubbele trap (stijgen en dalen) geconstrueerd, vanwaar 659 trappen zorgen voor een hoogteverschil van 200 meter. Het is een stevige beklimming, we nemen rustig de tijd, het kost wel wat moeite, maar de beloning is navenant. Het uitzicht over de omgeving is letterlijk en figuurlijk adembenemend. Terug beneden brengt een motortaxi ons in een kleine 10 minuten naar het centrum van Guatapé. Wij kopen er eerst de bustickets voor de terugreis, want volgens onze reisgids raken (vooral in het weekend) de bussen soms volzet. Guatapé is een prachtig en gezellig, klein dorpje aan een kunstmatig meer. Wij slenteren wat door de kleurrijke straten. De huizen zijn er kleurrijk versierd met mensen, dieren, geometrische vormen, ... Metro Pradero – Terminal Norte (Caribe): 4 x 2.200 COP Bus Terminal Norte – Piedra de Peñol: 4 x 13.000 COP (2 uur) Ingang Piedra de Peñol: 3 x 18.000 COP (normaal moeten de kinderen dezelfde prijs betalen, maar men was zo vriendelijk om de kinderen aan 2 voor de prijs van 1 persoon binnen te laten). TUC TUC Piedra de Peñol – Guatapé: 15.000 COP (kleine 10 minuten) Bus Guatapé – Medellin (Terminal Norte): 4 x 14.000 COP (2 uur) Metro Terminal Norte - Pradero: 4 x 2.200 COP Cerro Nutibara De taxi brengt ons naar de top van de "Cerro Nutibara", een 80 meter hoge heuvel, vanwaar wij een schoon uitzicht hebben over Medellín en de omringende bergen. Wij zien er “Pueblito Paisa”, een “kopie” van een typisch bergdorp uit “Antioquia”, zoals deze regio hier heet. Na een ijsje wandelen wij via de trappen naar beneden. Santiago en Belén spelen er onderweg in een klein speeltuintje. Daar wij zijn wij opnieuw één van die mooie, kleine, roodzwarte vogeltjes. Wij wandelen naar het shoppingcentrum “Premium”. Onderweg zien wij weer de gevolgen van een motorongeluk. De hulpdiensten zijn reeds ter plaatse. In de supermarkt “Jumbo” kopen wij onze rugzak vol en in één van de talrijke fast food restaurantjes eten wij een “burrito” … Taxi (heen): 14.000 COP (naar top van de berg) Taxi (terug): 10.000 COP (van shopping center naar hotel) Santa Fe de Antioquia Op twee uur van Medellín ligt het koloniaal dorpje "Santa Fe de Antioquía". Het is er broeierig heet. Onder een loden zon slenteren wij door de smalle, geplaveide straatjes langsheen wit geschilderde en één verdieping tellende, statige huizen met mooi versierde balkons. We wandelen door de kleine straatjes tot aan enkele kerkjes De rand is omgeven door groene bossen en verderop zien we ons omringd door groene bergen. Het leven volgt hier een trage pas. Het is warm en de bewoners zitten te niksen op de deurstoep. We groeten elkaar en gaan dan weer verder. Vlakbij het centrale plein nemen wij een tuc tuc (motortaxi) en rijden wij naar de impressionante ophangbrug "Puente Occidente". In een klein kwartiertje zijn we aan de brug. Het is een 291 meter lange hangbrug, geconstrueerd van 1887 tot 1895. In 1978 werd het tot "nationaal monument" verklaard en bussen werden op de brug verbannen. Alleen klein verkeer mag nog over de brug passeren. De gemotoriseerde riksja wacht ons op langs de andere zijde van de brug. Wij hebben een klein half uurtje om de brug te verkennen en foto's te nemen. Taxi Hotel 61prado-Terminal Norte: 8.000 COP Bus naar Santa Fe de Antioquia: 10.000 COP/p.p. (enkele reis) Motortaxi naar “Puente Occidente”: 25.000 COP (15 minuten, heen en terug + half uur wachten inbegrepen) Metro “Terminal Norte” – Hotel 61prado: 2.200 COP/p.p./rit Aeroparque
Water en zon! Meer hebben Santiago en Belén niet nodig voor een ganse dag plezier. Het zwembadcomplex ligt op een dikke 5 kilometer van ons hotel en er is geen metrostation in de buurt. Wij nemen de taxi, maar zitten jammer genoeg lange tijd vast in het verkeer in de taxi zonder airco. Gelukkig kunnen wij daarna in het water afkoelen. Het complex is niet heel groot, maar best wel gezellig. Eén zwembad telt drie glijbanen, er is een golfbad, een kleiner kinderbad met korte glijbaantjes en een “Olympisch zwembad”. Zoals vooraf in de “reviews” gelezen zijn er heel wat regeltjes. Zo zijn badmutsen verplicht en wordt streng toegezien op het soort zwemkledij (moet uit lycra zijn). Belén mocht ook eerst niet op de glijbanen (omdat ze kleiner is dan 1m40), maar na wat aandringen mocht ze dan toch (onder mijn toezicht en verantwoordelijkheid) op de glijbaan … Na patatfriet met worst en nog een ijsje sluit het zwembad reeds om 16u00. Taxi: 14.000 COP (heen, veel verkeer) Aeroparque: 13.000 COP (> 1m40) en 8.000 (< 1m40) Badmuts: 2.400 COP/badmuts Taxi: 12.000 COP (terug) |
AuteurSchrijf iets over uzelf. Maak u geen zorgen over toeters en bellen, een overzichtje volstaat. Archieven
Maart 2018
Categorieën |